clubgreen.nl - Voor het groene nieuws! Het Midden- en Klein Bedrijf is binnen Nederland de drijvende kracht achter de economie. Het gaat momenteel goed met de economie in Nederland en daarvan wordt het MKB als fundament gezien. Onder het Midden- en kleinbedrijf vallen ondernemingen. Die een jaarlijkse omzet van minder dan 50.000.000 euro genereren en daarbij minder dan 250 werknemers hebben. Of ondernemingen met minder dan 43.000.000 euro balanstotaal en minder dan 250 werknemers. Ondanks het feit dat het goed gaat met de Nederlandse economie. Blijft het MKB de uitgaven laag houden en worden er weinig investeringen gedaan. De economie groeitHet bruto binnenlands product blijft groeien. En het MKB is daarbij verantwoordelijk voor 71% van de werkgelegenheid. Bovendien blijft het MKB op alle fronten groeien:
Waardoor wordt het MKB geremd?Er zijn ook verschillende factoren geconstateerd die het structurele groeivermogen van het MKB remmen. Zo worden er lage investeringen gedaan en nemen de bedrijfsinvesteringen niet toe. De investeringsquote van het midden- kleinbedrijf daalt zelfs met 3% vergeleken met 2011. Toen de economie er een stuk slechter voorstond. Daarnaast heeft ongeveer een kwart van de ondernemers te maken met een tekort aan personeel. En tegelijkertijd zijn de lonen in veel sectoren niet gegroeid en achter gebleven. Bij de ontwikkelingen van arbeidsproductiviteit. Hierdoor blijft arbeid relatief goedkoop en de arbeidsmarkt is daardoor krap. Om deze reden voelen veel ondernemers er minder voor om te investeren. In arbeidsbesparende technologieën. Deze investeringen zijn nou juist vaak de drijvende kracht achter de stijging van arbeidsproductiviteit. Overige hindernissenBij de analyses over de staat van het mkb worden nog enkele obstakels geconstateerd. Er bestaan grote verschillen binnen de productiviteit. Binnen verschillende bedrijfstakken lopen de groei en de arbeidsproductiviteit sterk uiteen. Kleinere bedrijven zijn gemiddeld minder productief dan grotere. Het groeien naar een hogere grootteklasseDaarnaast groeit slechts een klein deel van het MKB door naar een hogere grootteklasse. Er zijn voortdurend bedrijven die starten en groeien. Net als er bedrijven ook krimpen en stoppen te bestaan. Deze dynamiek zorgt dan ook voor vernieuwing binnen de economie. Bestaande bedrijven worden uitgedaagd wanneer nieuwe bedrijven met nieuwe verdienmodellen toetreden tot de markt. Maar 5% van de MKB-bedrijven is naar een hogere grootteklasse gegroeid die in 2010 bestonden. Het is lastig om de productiviteit van het MKB als geheel te laten groeien. Gezien schaal een grote rol speelt. Per saldo groeien er maar weinig bedrijven door. Conjunturele schommelingenEen groot percentage van het MKB blijft kwetsbaar voor conjuncturele schommelingen. Ondanks de hoogconjunctuur is de investeringsquote van het MKB niet gegroeid maar juist gedaald. Vergeleken met veel buitenlandse MKB-bedrijven. Financieren ondernemers in Nederland veel investeringen uit intern vermogen. Waardoor mogelijkheden voor externe financiering onbenut blijven. Ook lopen de rentabiliteits- en solvabiliteitsratio van het MKB op. Hieruit kan opgemaakt worden dat ondernemers momenteel weinig investeren in de groei van hun bedrijf. Vergeleken met het buitenland liggen de financieringsaanvragen dan ook een stuk lager. Grote transitiesEr wordt door het MKB weinig geïnvesteerd in grote transities zoals digitalisering, globalisering en verduurzaming. En dit vormt voor veel ondernemers een grote uitdaging. Cijfers laten zien dat slechts een zeer klein percentage investeert in internationalisering. Innovaties en digitalisering. Daarnaast investeren kleine bedrijven vaak weinig in de ontwikkeling van hun werknemers. Bij grootbedrijven volgen ongeveer 19,4% van de werknemers een cursus terwijl dit bij het MKB maar 13,6% is. Hoe kan een duurzame groei van het MKB gestimuleerd worden?MKB-bedrijven moeten productiever worden. Indien dit niet gebeurt dan dreigt de groei stil te vallen en zal de concurrentiepositie achteruit gaan. Op korte termijn zouden meer MKB-ondernemers blijvend moeten investeren in eigen verdienvermogen. Hiervoor heeft het Nederlandse Comité voor Ondernemerschap een model voor duurzame productiviteitsgroei geïntroduceerd. Hierbij is duidelijk te zien voor ondernemers hoe zij hun verdienvermogen kunnen vergroten. Daarnaast wordt het voor beleidsmakers duidelijk welke factoren belangrijk zijn. Voor het vergroten van het verdienvermogen van MKB-bedrijven. En dus ook het structurele groeiproces. Het model zet de volgende sectoren centraal:
Hogere investeringsambitieMKB-bedrijven hebben baat bij meer investeringsambitie. In periodes van hoogconjunctuur doen ondernemers er juist goed aan om meer te investeren. Dit geldt vooral voor investeringen in menselijk kapitaal en de manier waarop zij hun bedrijf runnen. Hiermee wordt de productiviteit van het bedrijf verhoogt. En sterkt dit tevens structureel de Nederlandse economie. De overheid en de groei van het MKBOm het groeivermogen van MKB-bedrijven meer te stimuleren liggen er ook een aantal taken voor overheden. De volgende aandachtspunten zijn belangrijk volgens het Nederlandse Comité voor Ondernemerschap. Voor het beleid van nationale en regionale overheden:
Het stimuleren van doorgroeiDe analyses wijzen uit dat bedrijven niet genoeg investeren om door te kunnen groeien. Dit is ondanks de hoogconjunctuur van de afgelopen jaren. Een zeer beperkt percentage van de MKB bedrijven groeit door. Terwijl doorgroei juist erg wenselijk is gezien grotere bedrijven een stuk productiever zijn dan kleinere. Daarnaast houdt een gezond ondernemersklimaat ook in dat bedrijven. Die niet productief genoeg zijn. Makkelijk kunnen stoppen en niet gehinderd moeten worden. Bij een tweede kans. De doorgroei van MKB-bedrijven wordt door veel overheidsmaatregelen beïnvloed. Doorgroei kan onder andere gestimuleerd worden door:
Beleid gericht op het ontwikkelen van vaardighedenBinnen het MKB wordt het zogeheten ‘leven lang ontwikkelen’ nog maar weinig toegepast. Slechts 14% van de werknemers binnen de economische sector volgt scholing binnen het MKB. Echter neemt de noodzaak van het beschikken over nieuwe vaardigheden en kennis steeds meer toe. En moet concurrentievoordeel vooral gehaald worden uit menselijk kapitaal. Digitale en technische vaardigheden worden voornamelijk steeds belangrijker. Informeel leren op de werkvloer zijn van belang maar vaak niet voldoende om verschil te kunnen maken. Daarom is een mkb-brede en grootschalige inzet nodig dat gericht is op ‘leven lang ontwikkelen’. Het overheidsbeleid is op dit gebied steeds meer in ontwikkeling. De aandachtspunten vragen om overheidsmaatregelen. Die zich vooral richten op het stimuleren van de ontwikkeling van het individu. Zo worden werknemers in staat gesteld. Om de eigen persoonlijke ontwikkeling te sturen. Dit betekent ook dat werknemers investeren in werkzekerheid. En zich bij cursussen en scholing niet alleen richten op hun huidige baan. Werknemers kunnen hier zelf verantwoordelijkheid voor nemen door het te spenderen ontwikkelingsbudget. Te gebruiken voor het trainen van vaardigheden voor een nieuwe functie. Zowel binnen als buiten het bedrijf. Bovendien is het van belang dat ondernemers ook voldoende tijd indelen voor het ontwikkelen van hun eigen vaardigheden. Voor het implementeren van verschillende beleidsinterventies. Is een experimentele aanpak vereist om vast te kunnen stellen welke effectief blijken. Deze zouden goed gemonitord moeten worden. Om vast te kunnen stellen of het MKB op deze manieren voldoende in zijn groei gestimuleerd wordt. Het bericht Waarom groeit de economie maar investeert het MKB niet? verscheen eerst op clubgreen.nl. via clubgreen.nl https://www.clubgreen.nl/waarom-groeit-de-economie-maar-investeert-het-mkb-niet/
0 Comments
Leave a Reply. |